Na de uitzinnige (en uitzinnig dure) S60 Polestar Concept met 508 pk, bouwt het Zweedse raceteam nu een wat normalere en meer bereikbare V60 en S60 Polestar. Toch is ook de prijs van deze twee Polestars best stevig.
[ Eerst kijken, dan lezen? Bekijk de video HIER ! ]
De prijs
Laat ik maar niet om het hete hangijzer heen draaien. Ik schrok van de prijs en daarin ben ik vast niet de enige. De S60 Polestar kost 96.500 euro en de V60 Polestar 99.500 euro. Dat dat veel geld is staat buiten kijf, maar om de vraag te beantwoorden of het te duur is, is wat lastiger. Hou die vraag dus vooral nog even vast. Aan het einde komt wellicht het verlossende antwoord.
Polestar
Behalve van de twee uitzinnige (of had ik dat woord al eens gebruikt) concepts (C30 en S60) zou je Polestar van nog twee zaken kunnen kennen. Het is de huistuner van Volvo en dus kan je bij de Volvo dealer een chip-kuurtje voor vele van hun motoren krijgen. Het belangrijkste is echter dat ze ook de race-afdeling van Volvo runnen. De V60 Polestar is dan ook wat je krijgt, als je aan je raceteam vraagt om een auto te ontwikkelen.
Tijdens die ontwikkelingsfase keken ze bij Polestar ook wat er op hun eigen parkeerterrein stond. Een hotrod met Sierra Cosworth vierwielaandrijving gekoppeld aan een tot over de 600 pk gekietelde Volvo vijfcilinder was het meest extreme, maar zo’n auto moest het duidelijk niet worden. Polestar wilde vooral een auto ontwikkelen waarmee je altijd, onder alle omstandigheden, op pad kan en waarmee je dan ook nog lol kan beleven.
Bescheiden vermogensupgrade
Een standaard T6 stampt er al ruim 300 pk uit (met een via de Volvo dealer leverbare chip zelfs 329 pk), dus heel wild is het geclaimde vermogen van 350 pk niet. Zeker niet als je bedenkt dat de zes-in-lijn is voorzien van een andere Borg Warner twin-scroll turbo, een aangepaste intercooler èn een veel vrijer ademend 2,5 inch roestvrijstalen uitlaatsysteem van de Zweedse fabrikant Ferrita.
S60 Polestar (V60)
Vermogen 350 pk bij 5200 tpm
Koppel 500 Nm tussen 3000 en 4750 tpm
0-100 km/u 4,9s (5,0s)
0-200 km/u 17,7s (17,8s)
Topsnelheid 250 km/u (begrensd)
De gebruikte versnellingsbak is de oude bekende zestraps automaat. Dus geen hightech met dubbele koppeling of acht versnellingen. De automaat is ook niet bepaald het sterkste punt van de V60 Polestar. De bak is noch verfijnd, noch snel als je de auto op zijn donder geeft. Gelukkig heeft Volvo tegenwoordig ook flippers achter het stuur en is er een goede mogelijkheid om zelf het juiste verzet te kiezen.
Als je het ESP uitzet en de pook naar links klikt in sport, dan komt bovendien de launchcontrol beschikbaar. Daarna is het simpelweg zaak om de rem en het gas volledig in te trappen, laat daarna de rem los en de vierwielaangedreven V60 Polestar schiet uit de startblokken. Iedere keer weer en dat is de enige launchcontrol waar je ook echt wat aan hebt. Met de bak in Sport worden ook de vlinderkleppen in de uitlaat geopend en word je op een lekker blaffende en rochelende zes-in-lijn getrakteerd.
Waanzinnig goed onderstel
Als er ergens niet op bezuinigd is, dan is het op het onderstel. De Polestar veerpootbrug aan de voorzijde is een exemplaar verstevigd met carbon, er kwamen stijvere toplagers voor en achter en stijvere subframe bushings en stabilisatoren. Ook de veren werden 80% (!) stijver dan de al redelijk harde R-Design exemplaren. Doordat Polestar zo’n beetje de beste schokdempers heeft gebruikt die er te vinden zijn, is de V60 Polestar niet ongenadig hard. De Öhlins schokdempers vind je bijvoorbeeld ook onder een Aventador, maar die van de S60 en V60 zijn geavanceerder. Wat de weg ook aan kleinere, grotere of gigantische gaten, hobbels en kuilen aan de V60 Polestar serveert, de banden blijven de weg volgen. Binnenin heb je niet eens een niergordel nodig en dat is ronduit indrukwekkend.
Door de Haldex vierwielaandrijving is de V60 vooral heel neutraal, hoewel met de versnellingsbak in de sportstand er al meer kracht naar achteren wordt gestuurd. Een uitwaaiendere achterkant kan je dankzij het goede onderstel en de Michelin Pilot Super Sport banden in de maat 245/35 ZR20 vergeten. Op nat, gravel of op sneeuw zullen de S60 en V60 Polestar een speelsere kant laten zien.
Spiegeltjes en kraaltjes
Bij een performance versie horen ook uiterlijke wijzigingen. Heel groot zijn de verschillen niet, maar er zitten splitters op de voorbumper, een bescheiden achterspoiler (beiden zorgen voor substantieel meer downforce), een paar zwarte accenten en de enorme 20″ velgen.
Binnen gaat het verder met Polestar stoelen en stuurwiel in zwart leer-nubuck combinatie met blauwe stiksels. Verder is het Polestar logo nog te vinden in de grille, op de achterklep, in de versnellingspook, op de instaplijsten en in het opstartscherm van het Sensus Connect infotainmentsysteem. Je zou maar eens vergissen of je wel met Polestar op pad bent.
Klanten zijn overigens niet verplicht de S60 en V60 Polestar in het knalblauw te bestellen; zwart, wit of zilvergrijs mag ook. Heel veel andere keuzes hoef je verder niet te maken, want praktische de hele optielijst is aangevinkt als standaarduitrusting. Alle veiligheidssystemen, actieve cruise control, navi met internet-toegang, achteruitrijcamera, elektrische stoelen met geheugen, stuur-, stoel en achterbankverwarming, het zit er allemaal op. Het verklaart deels de hoge aanschafprijs, maar daarover in de volgende alinea meer.
Prijs en concurrentie
De S60 Polestar kost 96.500 euro en de V60 Polestar 99.500 euro. De meest passende concurrent is de Audi S4, die er ook als sedan en avant is en ook vierwielaandrijving heeft. De basisprijs van een S4 is ruim 71 mille, maar ik heb de vrijheid genomen (ik was benieuwd) om een redelijk vergelijkbare S4 te configureren. Toen schoot de prijs al voorbij de 90 mille. Een BMW 335i is net wat minder krachtig, maar nog voordeliger. En nog kariger uitgerust, want ook bij BMW schiet een full-options 335i xDrive richting de prijs van een aangeklede S4. De nieuwe M3 sedan komt ook al in de buurt met een vanaf prijs van 104.000 euro. Met wat opties schiet die ook weer voorbij de 115 mille en dan is de optie keramische remmen nog niet aangevinkt.
Met het hele mooie onderstel met die Ohlins schokdempers, de remmen-upgrade en alle spiegeltjes en kraaltjes krijgt de potentiële S60 en V60 Polestar koper heel veel. Tegen een hoge prijs, maar alle 50 exemplaren die naar Nederland komen zijn al door dealers opgeslokt, dus die hebben er vertrouwen in.
Aan het begin van het artikel stelde ik de vraag: zijn de S60 en V60 Polestar te duur? Het antwoord is ja. Net zoals een iPhone en iPad dat zijn, maar ze zijn in de praktijk zo fijn dat velen die premium prijs graag betalen. Dus nee, eigenlijk ook weer niet. Filmpje !