Een schokgolf ging door de Volvo-achterban toen het keurige Zweedse merk in 2002 zomaar met een grote SUV aan kwam zetten. Het bleek een juiste keuze te zijn.
Volvo was tot de komst van de XC90 toch vooral het merk van de brave sedans en nette stationwagons, maar de Zweden lieten met de forse SUV zien dat ze wel degelijk openstonden voor de veranderende wensen van het koperspubliek. Dit soort auto's was en is vooral in de VS niet aan te slepen en daar deed Volvo dan ook direct goede zaken met de XC90, die voortvloeide uit de Adventure concept-car uit 2011 (laatste twee foto's).
Omdat je aan de andere kant van de grote plas niet serieus wordt genomen zonder V8, liet Volvo zo'n blok bij gebrek aan eigen fabrikaat bouwen bij Yamaha. Deze 4,4 liter metende en 315 pk sterke achtpitter was overigens niet vanaf het begin leverbaar, Volvo trapte af met de bekende 2,5-liter vijfcilinder turbomotor van 201 pk en een 272 pk sterke 2,9-liter zespitter met dubbele turbo (de T6). Je had ook nog een 3,2-liter zes-in-lijn en voor de Europese kilometervreters had Volvo ook diesels beschikbaar.
In vergelijking met veel concurrenten had de XC90 veel minder last van het toch wat 'foute' imago van de grote SUV, die hier zeker in de beginjaren van deze carrosserievorm - zo rond de eeuwwisseling - werd gezien als lomp, asociaal en milieuvervuilend. Maar als je dan toch een SUV wilde rijden, kon je beter een Volvo XC90 nemen, dan wist je zeker dat je zo min mogelijk mensen voor het hoofd stootte.
Wij hebben sinds vorig jaar een nieuwe XC90 maar de eerste generatie - die in 2007 werd gefacelift - wordt nog altijd gebouwd in China, waar de SUV door het leven gaat als 'Classic'.